Samen met de Bibliotheek Midden-Brabant en Omroep Tilburg maakten we een driedelige podcastserie als startpunt van de Boekenweek. Leonoor van Dam, collectioneur van de Bibliotheek, spreekt drie dwarse Tilt-schrijvers over rebelse boeken.
Podcast #1: Aafke Romeijn
In de eerste aflevering spreekt schrijver en muzikant Aafke Romeijn over haar favoriete rebellen: Bordewijk en Bowie. Het gesprek gaat ook over Tilburgse gebouwen als mooie metaforen voor het beschrijven van een depressie.
Als writer in residence schreef Romeijn een dichtbundel voor TiLT, het literatuurfestival in Tilburg ter afsluiting van de Boekenweek. Die bundel gaat, kort samengevat, over depressies, Godzilla en lelijke gebouwen. "Juist doordat je daar bij poëzie niet direct aan denkt, vind ik het leuk." En ze licht een tipje van de sluier op over het vervolg van haar debuut Concept M.
Podcast #2: A.H.J. Dautzenberg
In aflevering twee is schrijver Anton Dautzenberg aan het woord. Hij lijkt misschien de ideale gast voor een podcast-serie over rebellen en dwarsdenkers in de literatuur. Hij ziet zichzelf helemaal niet zo: "Ik probeer gewoon na te denken."
Het thema van de Boekenweek 2020 vindt hij valse romantiek. "De vrouwen, homo’s en de allochtone medemens, die vanuit een onderdrukte positie toch een controversieel geluid hebben laten horen – dát zijn de echte rebellen." Hij noemt onder anderen Isabelle de Moerloosa, Elisabeth Maria Post, Jacob Israël de Haan en Astrid Roemer.
Podcast #3: Bart Smout
Schrijver Bart Smout praat over de verborgen agenda’s achter rebellie en hij roemt zijn favoriete, literaire rebellen: Albert Camus en Franz Kafka. De podcast gaat ook over zijn nieuwste boek én de schuldvraag in het MH17-proces.
Als het hem ligt, zou de Nederlandse literatuur diverser zijn. De kritiek die Özcan Akyol uit in het boekenweekessay, vindt hij niet sterk. “Het is makkelijk rebelleren als je boven op de apenrots zit. Dan heeft het voor jou eigenlijk weinig consequenties. Het is veel riskanter als een onbekende schrijver dat zou doen. Die zet meer op het spel.”